Het drama van de boerenkaas

Lieve kiezer,

Ik heb stof om over na te denken voor de PVV, maar misschien zelfs ook wel voor het CDA.

Wat is nou ten diepste onze traditie, onze cultuur, onze identiteit? Ons Nederlandse ikje. Dat is toch Goudse boerenkaas? Het is onze vaderlandse culturele geschiedenis. In onze vruchtbare groene delta leven we al eeuwenlang in symbiose met koeien, en we maken kaas van hun melk. Boeren kaas. Volgens Gouds recept. Dat zijn wij.

Maar nu komt het: er is stront aan de knikker in de Goudse boerenkaas. Wat is namelijk boerenkaas???? Hét kenmerk van boerenkaas is dat het gemaakt is op de boerderij. Zo ver was jij ook al, lieve kiezer. Maar er is nóg iets, een tweede aspect: het is gemaakt van rauwe melk. Heel wild dus eigenlijk. Het is ongepasteuriseerd. Rauw! Zo vers uit de koe, en dan hup kaas maken. Niet te heet laten worden tijdens het bereiden, want dan is het geen boerenkaas meer. De temperatuur mag niet boven de 40 graden uit komen, dat is de afspraak en vastgelegd bij de Bond van Boerderij-Zuivelbereiders. Anders is het géén boerenkaas.

Tijdens de bereiding wel verhitten, pasteuriseren, fabriekskaas maken dus, dat kan iedereen. Geen kunst aan, lukt altijd. Maar die boerenkaas, met die rauwe melk, dat is moeilijk! Je moet heel erg schoon werken. Bij de koeien, in de stal en in de kaasmakerij. Dan lukt het, en dan……. dan heb je ook wat. Diepgang in de smaak. Echt lekker. Het is de rijkdom in het simpele. Boerenkaas, ik eet nooit iets anders.  

Helaas zijn er nog maar heel weinig Nederlanders die dit verschil kennen tussen boerenkaas en fabriekskaas, laat staan dat ze het verschil kunnen proeven! Jammer, jammer, want dan kopen ze ook geen boerenkaas meer, en zo verliezen wij onze culturele erfgoed.  

Die boerenkazers, die zijn ook niet achterlijk, die verhitten nu stiekem toch tot 62 graden. Dat is nog net geen pasturiseren (72 graden) maar wel veel makkelijker, en geen hond die het proeft. De kaas wordt nooit bol of vies als je toch niet helemaal schoon gewerkt hebt, en de prijs is dan ook altijd goed. Dus Boerenkaas van 62 graden, in plaats van 40. Maar dit is natuurlijk nepboerenkaas. Het is geen boerenkaas, het is bijna gepasteuriseerde kaas. En je kan het ook proeven. Het is alsof je een goeie bordeaux even bijna aan de kook brengt, en dan net doet alsof dat niet is gebeurt. Vies, niet te drinken. Het is gewoon culturele verkrachting.  

En nu komt het: de Bond van Boerderij-Zuivelbereiders wil de 62 graden nu toestaan. Deze eeuwenoude afspraak breken. Onze Nederlandse wortels uitrukken. Grote ruzie natuurlijk, want er zijn ook leden die het absoluut niet willen. Dat zijn de echte, de echte boerenkazers. Van de echte rauwe melk.

Lieve kiezer, ik ben ook van de echte rauwe melk. Ik ga dit verliezen. Ik heb een stem, bij deze Bond van Boerderij-Zuivelbereiders, een coxf6peratie, maar ik wordt een kleine echte minderheid.

Lieve kiezer, wil je alsjeblieft de volgende keer boerenkaas kopen? En dan even doorvragen naar de temperatuur bij het bereiden. En… proeven. Goed proeven. Leer alsjeblieft goed proeven, lieve kiezer. Want als jíj het verschil tussen nep en echt niet meer weet, dan wordt alles nep in de wereld.

Als jij dat doet, dan blijf ik gewoon kaas maken. Goed? Boerenkaas. De echte.

Je Irene van de Voort, CDA lid te Lunteren, afdeling Ede.

This entry was posted in Bleker and tagged , . Bookmark the permalink.

Leave a comment